Op weg naar een nieuwe business-case voor woningaanpassing

Grootschalige toepassing van woningaanpassingen, ter stimulering van het langer zelfstandig thuis wonen, kent een groot aantal positieve effecten. De vraag is echter hoe deze woningaanpassingen gefinancierd kunnen worden. Er is hierbij namelijk sprake van split incentives; een situatie waarbij de kosten voor het realiseren van de aanpassingen hoofdzakelijk bij andere partijen liggen dan de partijen waar de effect opbrengsten neerdalen. Kunnen deze effect opbrengsten in de toekomst worden aangewend voor de benodigde investering nu? Dat is de kern van de studie die voor u ligt. De voorbereidende werkgroep doet de stuurgroep een voorstel om te starten met een experiment in Opsterland.

Aanleiding
Door het scheiden van wonen en zorg en de beperkte toegang tot intramurale zorg, wonen senioren met een intensievere zorgvraag langer zelfstandig. Hoe de toekomstige zorg eruit zal zien, is onbekend. Wat zeker is, is dat een woning die nu gerenoveerd wordt, er over dertig jaar nog steeds zal staan. Een aantal Friese partijen vanuit de domeinen wonen, lokale overheid en zorg, heeft zich daarom de vraag gesteld welke investering in woningaanpassing maatschappelijk effectief en efficiënt is. Is het verstandig om op dit moment, gezien de vergrijzing die in dorpen plaatsvindt, te investeren in woningaanpassingen voor de bestaande woningvoorraad? Welke maatschappelijke opbrengst kan van woningaanpassingen worden verwacht? En: last-but-not-least, wie betaalt de investering?
Om deze vragen te beantwoorden heeft Platform31 de lokale partijen aangeboden experiment te zijn in het Energiesprong programma Duurzaam Thuis.

Veel woningaanpassingen stimuleren het comfort van 65+ers, maar het effect betaalt zich pas later uit, bijvoorbeeld middels het kleinere risico op brand, de beperking van valongelukken en wanneer een bewoner zich beter zelfstandig kan redden, ondanks toenemende lichamelijke beperkingen. De effecten en opbrengsten van zo´n preventieve beleidsinterventie dalen daarmee neer bij diverse partijen. Dit terwijl de kosten van de aanpassingen bij één partij liggen en dat is de eigenaar van de woning, vaak een woningcorporatie.
Woningcorporaties dienen net als ieder andere maatschappelijke organisatie, investeringsbesluiten te nemen die maatschappelijk verantwoord zijn. De vraag die zich voordoet is òf en in welke mate een woningcorporatie woningaanpassingen moet toepassen en financieren. Voorts is het de vraag of gezien de opbrengsten van de effecten, andere partijen waar deze opbrengsten neerdalen, zoals gemeente en zorgverzekeraar, mede -financier zouden moeten zijn van de gewenste woningaanpassingen.

Opdracht werkgroep
Om dit gesprek van argumenten te voorzien is door XpertiseWonen en XpertiseZorg en een voorbereidende werkgroep (bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente Opsterland, de Friesland Zorgverzekeraar, Elkien, Van Wijnen) onder begeleiding van Platform31 een uitgebreide studie uitgevoerd. Deze studie maakt inzichtelijk welke financieringsmogelijkheden er zijn voor woningaanpassingen, naast financiering door de eigenaar van de woning. Er is verkend of naast financiering door de bewoner financiering door de WMO, WLZ of de basiszorgverzekering (ZVW) kan plaatsvinden.
Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u klikken op deze link.

Heeft u vragen over deze case?

Neem contact op